Zowel de eerste twee discipelen (in vers 38) als Nathanaël (in vers 49) noemen Jezus Rabbi. Dat hield in de tijd van Jezus onder de Joden nogal wat in. Een Rabbi was binnen Israël de meest vooraanstaande geestelijke. Iemand die inzicht had in de Schriften van het OT. En iemand bij wie je in de leer kon om God op zo’n manier te dienen zoals het echt de bedoeling was. En daarbij zat dat dienen in de kleinste details. Hoe zo’n Rabbi wakker werd, als hij zich dan waste om geestelijk rein te zijn, hoe hij dat precies deed. En natuurlijk hoe hij zijn gebeden uitsprak naar God in welke houding, enzovoort. Kortom een Rabbi was er niet alleen om onderwijs van te krijgen hoe je de Schriften moest interpreteren, maar je deed zo’n Rabbi tot in de kleinste details na. Stel je voor dat je iets miste in het dienen van de Allerheiligste God van Israël.
THORASCHOOL
Ook Jezus stapt in deze betekenis voor Zijn leerlingen. Hij maakt gebruik van dat begrip wat ze al kennen. Maar Jezus past het begrip Rabbi ook compleet aan. Zijn discipelen hebben allemaal al een baan en dat betekent dat ze niet goed genoeg gebleken zijn om op de Thorahschool na hun twaalfde verder te gaan. Alleen de beste leerlingen gingen namelijk na hun twaalfde nog verder in het bestuderen van het hele OT. Alle anderen gingen gewoon bij hun vader werken. Niet goed genoeg waren ze! Echte volgelingen van een Rabbi moesten niet alleen de Thorahschool tot ongeveer hun zestiende hebben gevolgd, maar ook nog eens goed genoeg worden bevonden om een rondreizende Rabbi te mogen volgen. De bedoeling is dan ook dat deze volgelingen van een Rabbi, zelf Rabbi zullen worden. Wat doet Jezus? Hij roept totaal ongeschikte volgelingen, die gezakt zijn voor de Thorahschool. Jezus leert Zijn leerlingen dat ze zichzelf nooit Rabbi zullen noemen. Want dat betekent dat je met eigen denken en verstand de Schriften zou kunnen uitleggen en God dienen. Jezus maakt het in Mattheus 23.8 heel duidelijk: Jullie moeten je niet rabbi laten noemen, want jullie hebben maar één meester, en jullie zijn elkaars broeders en zusters.
Geleerd door de Heilige Geest
Dat volgen en nadoen van Jezus is voor ons heel belangrijk. Jezus heeft het er vaak over dat we precies moeten doen wat Hij ons heeft voorgedaan. We moeten alles onderhouden wat Hij heeft geboden. Maar hoe gaat je dat lukken? Vandaag? Hoe kan ik Jezus volgen in een tijd die zo heel anders is dan toen Jezus hier rondliep? Jezus zegt later in het Johannes-evangelie dit (16.13): De Geest van de waarheid zal jullie, wanneer hij komt, de weg wijzen naar de volle waarheid. Hij zal niet namens zichzelf spreken, maar hij zal zeggen wat hij hoort en jullie bekendmaken wat komen gaat. Dat is heel erg bemoedigend! Ik hoef ook vandaag niet afhankelijk te zijn van mijn eigen verstand en denken over de Bijbel of over Jezus woorden. Ik mag ook vandaag bidden om de Heilige Geest. En de Heilige Geest die in direct contact staat met onze Rabbi, zal het mij en ons aanreiken. Ook vandaag!